Hindoeïstische uitvaart

Hindoeïstische uitvaart

Hindoeïstische uitvaart
Author: Marina Stobbelaar-Vonk , uitvaartexpert • Update: 4 januari 2024

Er is een subtiel verschil tussen Hindoestaans en hindoeïstisch. Hindoestanen zijn mensen van Indiase afkomst, terwijl hindoes mensen zijn die het hindoeïstische geloof aanhangen. In Nederland zijn naar schatting tussen de 100.000 en 200.000 Hindoestanen, het merendeel afkomstig uit Suriname. 65% van hen is hindoe. Bij een hindoeïstische uitvaart staat de goddelijke bron, de Brahman, centraal. De pandit, de priester, heeft een grote rol bij de uitvaartrituelen.

Twee stromingen

Het hindoeïsme is onderverdeeld in twee stromingen: Sanatana Dharma en Arya Samaj. 75% van de hindoes in Nederland hangt de Sanatana Dharma aan. Terwijl Arya Samaj uitgaat van één god, Brahman, kent Sanatana Dharma drie verschijningsvormen van hun god: Brahman, Vishnoe en Shiva. Bij deze stroming bestaan veel rituelen rondom het overlijden en de uitvaart. Bij Arya Samai ligt de nadruk meer op bidden en het lezen van de Veda’s (heilige geschriften).

Het overlijden

De rituelen rondom het overlijden zijn talrijk en variëren van familie tot familie. Vaak sprenkelt de pandit of de oudste zoon wat water op de tong van de stervende. Er wordt een touwtje om de pols of de hals van de stervende gebonden en er brandt een offervuurtje van kruiden. De pandit leest uit de Veda’s en bidt met de stervende en zijn familie. Hindoe’s geloven in reïncarnatie, wedergeboorte van de ziel in een ander lichaam. Met deze rituelen hopen ze voor de overledene een beter volgend leven te bewerkstelligen.

De hindoeïstische uitvaart

Na het overlijden

Na het overlijden wordt het lichaam meestal naar een uitvaartcentrum gebracht dat faciliteiten heeft om hindoeïstische rituelen plaats te laten vinden. Die zijn er niet veel, omdat veel rituelen bestaan uit offers die verbrand moeten worden. De overledene wordt gewassen en netjes aangekleed. Mannen in een net pak en met een tulband op het hoofd, vrouwen krijgen een traditionele sari aan. Bij het rouwbezoek is de kist open. Aan het hoofdeind brandt een diyaa, een soort kaarsje dat zuiverheid en licht symboliseert. Familie speelt een zeer belangrijke rol in het hindoeïsme, de meeste families zijn zeer hecht. Daarom is het vaak erg druk tijdens het rouwbezoek en zeker ook bij de crematie.

De crematie

Hindoes cremeren hun overledenen, omdat ze geloven in reïncarnatie waardoor het vleselijke lichaam na het overlijden geen waarde meer heeft. Voor de crematie vindt er nogmaals een rouwritueel plaats. Als het mogelijk is wordt de kist ook nog een keer langs het huis van de overledene gereden, waar een rituele handeling, afscheid van de aarde, uitgevoerd wordt. Dragers tillen de kist vijfmaal op om hem na een paar passen weer neer te zetten.

Ook bij de crematie zelf worden weer rituelen uitgevoerd. Vaak (en als het mogelijk is) in de vorm van verbranding van offers, kruiden en wierook. Deze plechtigheden kunnen veel tijd in beslag nemen. Als laatste worden bloemblaadjes en geurige kruiden over de overledene gestrooid en wordt het lichaam besprenkeld met water. Alle aanwezigen doen dit, waarbij ze hun emoties de vrije loop laten. Als de overige aanwezigen hierna zijn vertrokken en alleen de naaste familie nog aanwezig is, vindt de verbranding plaats. Liefst zonder kist, maar anders met het deksel open. Het is voor hindoes belangrijk om de overledene te zien branden.

Rouwperiode

Vanaf de crematie begint voor de nabestaanden een rouwperiode van 12 of 13 dagen. Er wordt dan veel gelezen in de heilige boeken, om troost en wijze levenslessen te vinden. Aan het einde van de rouwperiode worden offers gebracht voor de overledene. Daarmee wordt geprobeerd om hem naar een beter nieuw leven te laten gaan. De as van de overledene wordt boven stromend water uitgestrooid. Omdat alle wateren van de wereld met elkaar verbonden zijn, zal de as ooit in de heilige rivier de Ganges terechtkomen. Zo wordt de eeuwige cyclus van vergaan en ontstaan gesymboliseerd.